Opinie | Noem mij een huisjesmelker – en schaam je dood

Wooncrisis Ze wil liever een huurder met wie ze door één deur kan, dan eentje die veel betaalt. Het steekt dat zij en andere verhuurders toch als huisjesmelker worden weggezet.
Illustratie Hajo

Ik kan er niet meer omheen: ik ben een huisjesmelker. Althans, zo denkt demissionair minister voor Volkshuisvesting Hugo de Jonge over mij, een zzp’er die al meer dan twintig jaar een fulltime-inkomen verdient met schrijven en zelf in haar pensioen moet voorzien. Gelijk de pensioenfondsen van loonslaven stop ik zo’n beetje elke cent die ik heb in vastgoed. Al jaren. Niet met het idee om iemand een poot uit te draaien, integendeel. Maar met het idee dat mijn huizen mijn pensioen betalen, en ik daarbij bovendien onderdak bied aan mensen die ook ergens moeten wonen.

Nooit zag ik mezelf als investeerder, nooit als belegger en al helemaal nooit als huisjesmelker. Maar laten we wel zijn: wie elf jonge mensen onderdak biedt én verhuurt aan een kinderopvang, is best wel een vastgoedondernemer. Noem mij gerust huisjesmelker; na ‘rechts-extremist’ kan ik dat er best bij hebben.

Eerst even over dat begrip, ‘huisjesmelker’. Als een verhuurder in de vrije sector 1.800 euro per maand ontvangt, is diegene dan een huisjesmelker? Of heeft de verhuurder gewoon gekozen voor een huurder die vrijwillig meer betaalt dan het wettelijk maximum voor sociale huur? Meer dan 1 miljoen woningen in Nederland worden door particulieren verhuurd – waarvan de helft sociaal. Het aantal verhuurders dat écht moreel verwerpelijk handelt, is zo marginaal dat zelfs de minister niet kan zeggen hoeveel het er zijn.

Hermèstassen

Maar goed, dat ‘huisjesmelken’ gaat trouwens niet vanzelf. Niet zo lang geleden merkte ik dat weer. Eerst moet je een hypotheek zien te fixen om dat pand van 2 miljoen, waar je verliefd op werd, te kopen. Van die 2 miljoen gaat twee ton naar de overheid: dat is de overdrachtsbelasting waarvan de overheid dan weer wegen kan bouwen, of asielzoekers opvangen. Het maakt niet uit. Soms zie je iets in een pand en moet je het hebben.

In dit geval zag ik acht huisnummers, tezamen zeven studio’s en een kantoor. Dat kantoor wordt omgebouwd tot kinderopvang. Ik had er ook een dubbele woning van kunnen maken, om die voor 1,5 miljoen euro door te verkopen, maar ik gunde de kinderopvang een goede plek, het zijn aardige mensen.

Als ik die 1,5 miljoen vandaag zou vangen, hoefde ik nooit meer te werken

Inmiddels staat de ruimte waar de opvang moet komen, al bijna een jaar leeg. De gemeente Rotterdam is er een kei in om de binnenstad vol te bouwen met dure flats, maar een vergunning afgeven voor een kinderopvang die nota bene náást een reeds bestaande crèche staat, duurt eeuwig. U vraagt wat de huur is, die de opvang gaat betalen? Nog geen 4.000 euro per maand voor 200 vierkante meter met tuin in hartje Rotterdam. Als ik het vaak genoeg zeg, krijg ik alsnog spijt dat ik het niet voor 1,5 miljoen heb verkocht; zou ik dat bedrag vandaag vangen, hoef ik de rest van mijn leven niet meer te werken. Eer ik het aan huur ontvangen heb, ben ik 31 jaar verder. Dus in mijn optiek is die 4.000 euro, waar nog kosten en belasting af moeten, nagenoeg gratis.

Komen we bij de studio’s. Door de vorige belegger keurig verbouwd en onderhouden, maar inmiddels ook al meer dan tien jaar oud. Renovatie is dus nodig. Met eigen geld, dat ik niet uitgeef aan auto’s, vakanties of Hermèstassen. De verbouwingskosten zijn niet aftrekbaar, want ik ben ‘maar’ een box-3-belegger. En die renovatie is zo makkelijk nog niet, want probeer maar eens je monumentale kozijnen te voorzien van dubbel glas. Inmiddels ben ik drie offertes verder maar geen kozijnenboer die terugbelt.

Reële prijzen

Maar mij hoor je niet klagen: ik hou van vastgoed. Ik hou van de betekenis die het heeft in iemands leven. Ik hou ervan dat je met vastgoed anderen kunt helpen een leven op te bouwen. Ik hou van het contact met huurders, die jaren na dato nóg bellen, mailen, appen en geboortekaartjes sturen.

Lees ook dit interview: Huisjesmelker Hans de Geus: ‘Je bent nu een sukkel als je geen huis koopt. Dat moet anders’

En nee, ze wonen niet gratis bij me. Want in tegenstelling tot wat iedereen schijnt te denken, kost het bezit van een pand gewoon geld. De hypotheek, het onderhoud, het beheer – alles kost geld. Ik wil ook best voor 600 euro in een monumentaal pand wonen, maar in het echte leven werkt het niet zo. Albert Heijn geeft boodschappen ook niet gratis weg.

De prijzen die ik hanteer, vinden mijn huurders reëel. Zonder dat ik adverteer, moet ik rijen en rijen woningzoekenden afwijzen omdat ik ‘slechts’ een paar woningen heb. Woningzoekenden weten niet hoe snel ze ja moeten zeggen als ze mijn gerenoveerde woningen binnenstappen. Ze willen ter plekke tekenen, terwijl de volgende al appt meer te willen betalen. Maar ik wil niet de meest betalende huurder, ik wil degene die ik ermee kan helpen en met wie ik door één deur zal kunnen.

Ik word samen met al die andere particuliere verhuurders weggezet als huisjesmelker. Terwijl wij in werkelijkheid iets anders zijn: burgers die hun spaargeld, waar al belasting over betaald is, inzetten om anderen onderdak te verlenen. Precies zoals de pensioenfondsen van ambtenaren, bankiers, onderwijzers, leraren en politieagenten ook doen. Dankzij mij hebben elf mensen onderdak. En ja, ze betalen mij ervoor, precies zoals ze ook de NS betalen voor hun treinkaartje en Sigrid Kaag voor de Nederlandse infrastructuur. Wil je mij wegzetten als huisjesmelker? Ga je goddelijke gang – maar schaam je vooral dood.

Praat mee over dit onderwerp en stuur een brief!

Wilt u reageren op een artikel? Stuur via dit formulier een brief (maximaal 250 woorden) naar de opinieredactie van NRC.

Als uw brief gepubliceerd wordt, dan nemen we per e-mail contact met u op. Anonieme brieven en brieven die aan verschillende media zijn gestuurd, plaatsen wij niet. De opinieredactie kan uit uw brief citeren in de zaterdagrubriek ‘Inbox van de redactie’.